Bevindingen

In de FFI Practioner (Research Applied: FRB Précis, G. Corbetta) van maart 2018 worden enkele opmerkelijke bevinden gepubliceerd. Deze zijn gebaseerd op de resultaten van 82 artikelen uit 34 relevante wetenschappelijke tijdschriften van 1989 tot 2017 over niet-familieleden in familiebedrijven.

De auteurs gebruiken de term niet-familielid om te verwijzen naar "elke persoon die werkzaam is in een familiebedrijf, maar geen deel uitmaakt van de familie, ongeacht diens titel." Via een zeer analytisch en goed ontwikkeld proces classificeren de auteurs de artikelen in drie brede thema's: (1) overwegingen vooraf aan de tewerkstelling, (2) overwegingen tijdens de tewerkstelling en (3) tewerkstellingsresultaten.

Bevindingen van het literatuuronderzoek:

1. De eerste niet-verwante bestuurder die door veel familiebedrijven wordt ingehuurd, is vaak de CFO. Daarmee wordt het idee ondersteund dat verbetering van het financieel management vaak het eerste (en enige) doel is van geprofessionaliseerde familiebedrijven;
2. Recent onderzoek wijst uit dat niet-familieleden pro-organisatorisch gedrag vertonen dat formalisering minder noodzakelijk maakt. De doelen van familie- en niet-familiemanagers zijn dus niet zo uiteenlopend als algemeen wordt gedacht;
3. Sommige auteurs waarschuwen dat wanneer niet-familieleden veel persoonlijke kennis over de familie en het bedrijf hebben verworven, zij in staat zijn een onevenredig deel van de inkomsten die een familiebedrijf creëert te onteigenen. Nochtans worden niet-familieleden van familiebedrijven over het algemeen minder betaald dan gelijkaardige werknemers bij kleinere, niet-familiale bedrijven;
   4. Vrouwen en aspirant-ondernemers voelen zich aangetrokken tot familiebedrijven, terwijl inwoners van grootsteden en hoogopgeleide of zeer ervaren mensen niet geneigd zijn om zich bij hen aan te sluiten;
4. Individuen die zekerheid en stabiliteit wensen, geven de voorkeur aan familiebedrijven, terwijl degenen die flexibiliteit en verandering waarderen, dat net niet doen.