De professionalisering van de ondernemende familie: vermijd sto(c)kpaardjes
Naar: Commentary #1 on professionalizing the business family (A research report sponsored by the FFI 2086 Society) in FFI Practitioner, 29.01.2020
Als eerste in een rij van vijf becommentarieert advocate Patricia Annino een recent gepubliceerd rapport getiteld “Professionalizing the Business Family, The Five Pillars of Competent, Committed and Sustainable Ownership”. Het onderzoek werd gefinancierd door FFI 2086 Society, in de hoop controversiële discussies over en onder families en hun adviseurs te stimuleren.
Het rapport daagt lezers uit om hun verworven aannames en veronderstellingen over de ondersteuning en professionalisering van ondernemende families in vraag te stellen en voorbij de grenzen van het bekende en formele te kijken.
Volgens P.M. Annino zijn enkele belangrijke knooppunten in het rapport de volgende:
1. Traditionele “stockhulpmiddelen” voor professionalisering, zoals familieprotocollen, charters en statuten, moeten we slechts beschouwen als het topje van de ijsberg.
Ze zijn sowieso pas effectief als andere, meer fundamentele waarden en doelen aanwezig zijn, maar sterker nog: deze tools kunnen de ondernemende familie beschadigen als ze te oppervlakkig worden toegepast, waardoor bestaande conflicten zelfs kunnen verstrakken en bepaalde rigide structuren en processen zonder overleg worden opgelegd aan toekomstige generaties. Te vaak gebruiken adviseurs one size fits all oplossingen die geen rekening houden met de diversiteit van een familie.
Te veel adviseurs van familiebedrijven vatten een familiaal project aan met de som van de oefening al in gedachten. Ze halen hun documentjes uit de kast als voorbeelden om naartoe te werken. Het gebruik van dergelijke sto(c)kpaardjes geeft echter reeds aanleiding tot een bepaalde (bevooroordeelde) conclusie en ondermijnt de individualiteit van de familie en het veranderlijke proces waarin passende bestuursafspraken kunnen evolueren.
2. De nadruk moet liggen op het proces van samenwerken met de familie om tools te ontwikkelen die geschikt zijn voor hén, uitgaand van een perspectief dat uniek is voor deze familie, niet een formulier uit een voorraadje dat de adviseur voor alle klanten gebruikt.
Er zijn altijd twee verschillende (even belangrijke) componenten van advieswerk: de organisationele kant (wat er wordt gezegd) en de operationele kant (wat er wordt gedaan). Het is natuurlijk meestal die laatste component waar de problemen zitten.
Volgens Patricia is de enige manier om die onvermijdelijke operationele problemen voor te blijven, is ervoor te zorgen dat het proces zelf, het organisationele dus met andere woorden, stevig in elkaar zit én dat communicatie continu en duidelijk verloopt. Als de communicatie goed loopt, creëer je immers de kans om (mogelijke) problemen in real time te behandelen - je verliest namelijk geen kostbare tijd met het uitdenken van structuren en oplossingen.
3. Structurele aanpassingen lossen op zich een probleem niet op. Integendeel, ze kunnen het onderliggende probleem verergeren. Het zijn sterke familierelaties die de familieprocessen productief maken en soms worden daardoor formele structuren zelfs overbodig.
Een familielid voelt zich vaak meer op zijn gemak op het kantoor van de advocaat of boekhouder om een kwestie te bespreken dan om naar een therapeut, psycholoog of bemiddelaar te gaan.
Het is belangrijk om dan alert te zijn en veel vragen te stellen, zelfs (vooral) als het gespreksonderwerp (hoewel het misschien wel zo kan worden geformuleerd) nauwelijks juridisch of boekhoudkundig is. Het is bijna altijd waarschijnlijker dat het een probleem met een broer, zus, kind of ouder is, verkleed in een juridisch jasje.
Het adviseren van een klant, zonder te begrijpen dat het uiteindelijk allemaal neerkomt op familiedynamiek, kan leiden tot rampzalige resultaten.
4. Familieharmonie is belangrijk en het investeren in aanzienlijke middelen om de communicatievaardigheden en conflictbeheersing tussen familieleden te versterken, zou prioriteit moeten zijn.
Wanneer families in staat zijn om problemen frontaal aan te pakken, ze openlijk te bespreken en oplossingen te onderzoeken, gaan ze zeer waarschijnlijk positief vooruit. In de meeste families doet dit gedrag zich niet automatisch voor, maar zijn het evenzeer vaardigheden die moeten worden ontwikkeld. De slimme familie die tijd en geld in dit proces investeert vòòrdat zich belangrijke problemen stellen, is altijd dankbaar dat ze dit hebben gedaan wanneer de netelige kwestie ten slotte effectief naar voren komt.
5. De ontwikkeling van competenties is een verantwoordelijkheid, geen keuze.
Investeren in levenslang leren voor de familie en het bedrijf is van fundamenteel belang voor het succes van beide. Elk familielid heeft een ander competentieniveau en het is aan elk individu om te bepalen waar hij of zij op is op zijn of haar groeicurve en waar hij of zij wil zijn.
Individuen hebben het recht om zelf de snelheid van hun groei en hun opleiding te kiezen. Deze keuzes zijn niet noodzakelijkerwijs intuïtief en moeten soms worden opgemerkt door degenen die objectiever zijn. Zowel in de familie als bij de individuele leden kan het gevoel bestaan dat ze al voldoende onderwijs hebben genoten en niet hoeven te investeren in levenslang leren.
Naarmate we echter allemaal evolueren en veranderen, is er altijd meer te leren en is het veel efficiënter om te leren van zij die meer weten. Investering in praktische vaardigheden, zoals inzicht in financiële rapporten en statistieken, kan worden aangeboden in een één-op-één-leermoment of in een groepsomgeving.
Een georganiseerde benadering van levenslang leren voor eigenaren van familiebedrijven op basis van hun individuele en collectieve competenties is goed besteed geld en tijd.
Er is immers geen "Opleiding tot ideale familiebedrijfsleider”, waarvoor men zich kan inschrijven.
Magnolis by Cazimir. Meer weten? Volg ons op LinkedIn.