Een vaderhart uit evenwicht
Tijdens twee afzonderlijke persoonlijke gesprekken die ik vorige week had, verwijzen twee bedrijfsleiders naar wat hen de voorbije maanden bezighoudt: de ene heeft het over haar ‘moederhart’ en de ander vertelt over zijn ‘vaderhart’. Toeval?
Bij de eerste familie heeft de moeder enkele jaren terug de twee totaal verschillende activiteiten van haar ondernemingsgroep gesplitst en het ene bedrijf aan haar oudste zoon geschonken en het andere bedrijf aan haar jongste zoon. Na deze overdrachten zijn de twee bedrijven in sterk ongelijke mate gegroeid, omwille van andere economische omstandigheden.
Bij de tweede familie heeft de vader al jaren terug twee derde van de aandelen van het familiebedrijf geschonken aan zijn twee oudste dochters. De jongste dochter heeft toen voor eenzelfde waarde vastgoed geschonken gekregen. De twee oudste dochters werkten namelijk al jaren in het bedrijf, terwijl de jongste dochter een carrière buiten het familiebedrijf aan het uitbouwen was. De waarde van het familiebedrijf is sinds de overdrachten exponentieel gegroeid.
De moeder geeft aan dat de ongelijke groei van de twee verschillende ondernemingen een niet te verantwoorden verschil betekent tussen haar twee zonen. De vader heeft het er moeilijk mee dat zijn twee oudste dochters een rijkelijke levensstijl kunnen leiden dankzij het inkomen uit het familiebedrijf, terwijl zijn jongste dochter dit niet kan met haar loon dat zij verdient bij haar werkgever. Geen van beiden legt me waarderingsverslagen of jaarrekeningen voor om dit te onderbouwen, maar ze verwijzen wel beiden naar hun ‘moeder- en vaderhart’.
Vooraleer we verder bekijken wat we hieraan al dan niet hoeven bij te sturen, is het m.i. belangrijk dat we begrijpen wat bij deze twee families aan het gebeuren is.
Een familie kan je bekijken als een systeem, waarbij het handelen van elk familielid een impact heeft op alle andere familieleden. Het systeem wordt daarbij ook gestuurd door een aantal wetmatigheden. Een belangrijke hierbij is dat families steeds zoeken naar een ‘evenwicht’. Dit zoeken naar een evenwicht gebeurt vaak heel subtiel, maar is vooral bij ouders heel sterk aanwezig wanneer ze naar hun kinderen kijken.
Bij de moeder en vader die ik vorige week zag is dit niet anders. Bij beiden zijn door omstandigheden ongelijkheden tussen hun kinderen ontstaan en ze voelen zich hier oncomfortabel bij.
Betekent dit dat we voor beide families het ‘onevenwicht’ opnieuw moeten herstellen om de familiale vrede te bewaren? Niet noodzakelijk. Het blijft belangrijk na te gaan of het ‘gevoel van ongelijkheid’ ook op een objectieve manier te onderbouwen valt.
Bij de eerste familie is het belangrijk te weten dat moeder nog steeds de enige echte bedrijfsleider is en als enige de eindverantwoordelijkheid voor beide ondernemingen draagt. Het betrof daarenboven ook een schenking van aandelen in blote eigendom, met voorbehoud van een levenslang vruchtgebruik voor de moeder. Haar zonen zijn betrokken in het management, maar het blijft moeder die tot op vandaag de beslissingen neemt. In die zin is het ook nog moeder die bijdraagt tot de meerwaardecreatie bij beide ondernemingen. Dat door economische omstandigheden die groei voor beide ondernemingen ongelijk loopt, zorgt inderdaad voor een ongelijkheid.
Bij de tweede familie is het anders. Vader heeft destijds aan de twee dochters aandelen in volle eigendom geschonken. Vader en beide dochters delen de eindverantwoordelijkheden en duwen alle drie samen het familiebedrijf vooruit. De meerwaardecreatie is dus minstens ook aan de inzet van beide dochters te danken. De dochters hebben dus zelf gezorgd voor de financiële welstand die ze uit het familiebedrijf verkrijgen. De ongelijkheid met hun jongste zus komt dus hoofdzakelijk voort uit een andere beroepsactiviteit.
Tot slot mogen we niet uit het oog verliezen dat het zoeken naar een evenwicht binnen de familie telkens met een eigen perspectief te maken heeft. Het is goed mogelijk dat andere familieleden een onevenwicht op een ander vlak zien. Bij het zoeken naar een nieuw evenwicht blijft het voor ouders dus belangrijk dat zij zich niet alleen door hun eigen ideeën laten leiden, maar in overleg gaan met alle kinderen. Het spreekt voor zich dat dit niet de meest eenvoudige gesprekken binnen een familie zijn, maar wel essentieel om die ‘familievrede’ te bewaren.